Onder zijn heteroniem de Mottenfokker (nachtvlinderkweker) schreef poëziedocent Wilbert Cornelissen gedurende tien jaar, van 1 januari 2007 tot 31 december 2016, elke dag een gedicht. Dat leverde een reeks van 3714 gedichten op, die beschouwd kunnen worden als een soort officieuze stadsgedichten van Amsterdam.
De bundel Elke dag een/Proefsleuven bevat zeven ‘proefsleuven’ uit dit corpus, dat de geest van de beginnende poëzie probeert te vangen. Want daar komt het elke dag een gedicht schrijven wel op neer. Enerzijds is er de zelfopgelegde discipline, anderzijds de dagelijkse sprong in het ongewisse, het diepe.