In maart 2011 wordt de dan 21-jarige zoon van oud-studente Josha Zwaan opgenomen in het ziekenhuis. Er is iets vreselijk mis en zijn toestand verslechtert ieder uur. Na een aantal onderzoeken blijkt het te gaan om een zeer zeldzame auto-immuunziekte die nieren en longen aantast: een kans van één op twee miljoen.
Maandenlang zweeft Josha's zoon tussen leven en dood, darna volgt een zwaar jaar van dialyseren. Pas nadat hij een donornier van zijn vader ontvangt, krabbelt hij langzaam weer op. Ruim anderhalf jaar houdt zijn moeder een dagboek bij.
In Zijspoor (uitgeverij Ten Have) wisselen de dagboekfragmenten en latere reflecties elkaar af. Er zijn momenten van diepe angst en wanhoop, maar ook van troost, liefde en besef van grote schoonheid. Een aangrijpend en meeslepend verhaal dat leest als een roman.
Van Josha verschenen eerder de succesvolle romans Parnassia (inmiddels 20e druk), Zeevonk en Dwaallicht. Essays van haar hand verschenen onder andere in de Volkskrant en in Trouw.